Judy Williams: ‘Tafeltennis verdient meer aandacht’

In onze hoofdstad is JUDY WILLIAMS na de eveneens Amsterdamse Bettine Vriesekoop waarschijnlijk de bekendste tafeltennis-persoonlijkheid. Judy, voormalig Engels èn Nederlands international, is nog altijd een van de drijvende krachten van Amsterdam ’78. Ze doet al decennialang mee aan internationale veteranenkampioenschappen. Ook in Rotterdam, bij de EK veteranen (25-30 juni), is ze van de partij.

Personalia
Naam: Judy Williams
Geboren in: St. Albans, Engeland
Woont in: Amsterdam
Leeftijd: 63

Tafeltennishoogtepunten
1969: English Closed Ladies’ Singles Champion
Meerdere goed dubbelprestaties met Shelagh Hession
18 x voor Engeland uitgekomen; deelgenomen aan 1 WK en 1 EK
18 x voor Nederland uitgekomen; deelgenomen aan 1 EK
1976: Met Delta Lloyd kampioen dames eredivisie
1989: Met Amsterdam ’78 (voorheen Delta Lloyd) winnaar Nationale Damesbeker
Ongeveer 1991: English Open Veterans Ladies’ Singles Champion in centenary year
In Nederland nooit nationaal kampioene; wèl finaleplaats. Ook tweede plaats in de Limburg Coupe (nationale Top 10 dames)
Deelgenomen aan alle Veteranen-WK’s sinds 1988 op Vancouver (2000) na, en alle EK-veteranen vanaf het begin (Wenen, 1995). Geen titels; wèl veel medailles, met name 1988 t/m 1995; meer dan de helft dubbels met Christa Lübke

Wanneer ben je naar Nederland gekomen?
In september 1974.

Waarom?
Ik werkte toen voor Shell en kon een interne overplaatsing krijgen. Mijn eerste baas was Dick Swier. Hij was de vader van Patrick Swier, die later het Nederlands team haalde. Dick was destijds voorzitter van Delta Lloyd volleybal. Hij heeft mij geïntroduceerd bij Delta Lloyd tafeltennis. Zodoende kwam ik in het eredivisieteam van Delta Lloyd terecht. In 1978 stopte Delta Lloyd met het sponsoren van tafeltennis; sindsdien heet de club Amsterdam ’78.

Waarom geen medailles meer in veteranen-EKs en WKs na 1995?
Ik begon steeds meer last van mijn heupen te krijgen. In 2000 heb ik twee kunstheupen gekregen. Sindsdien is er één medaille bijgekomen. Bij het EK van 2001 in het Deense Aarhus won ik samen met Christa Lübke brons. In de kwartfinale schakelden wij de regerend wereldkampioenen in onze leeftijdsklasse (toen 50+) uit. Dat waren Carla Strauss en Elke Hamel. Sindsdien zijn wij vaker tot de kwartfinales doorgedrongen. Maar het wordt steeds moeilijker om in de prijzen te vallen. De concurrentie wordt steeds sterker en is beter voorbereid.

Speel je nog steeds competitie? Welk niveau? En volgend seizoen?
Derde klasse heren afdeling Holland Noord (= tweede klasse in meerdere andere afdelingen).

Met welk materiaal (bat en rubber) treffen we je aan in Ahoy?
Bat: Donic Persson Power Play
Rubber: forehand: Feint soft (1 mm spons); backhand: Tackiness C (1,5 mm spons)

Wat verwacht je van het EK in Rotterdam? Voor jezelf, en qua sfeer?
Ik koester nog steeds de illusie om te kunnen vlammen. Ik kick nog altijd op goede prestaties, al zijn het tegenwoordig vaker die van jeugdspelers die ik begeleid. Ik vind het altijd fijn om oude vrienden en vriendinnen met deze kampioenschappen weer te zien, met name uit mijn Engelse tijd.

Heb je bij de EK favorieten, of spelers waar je vroeger fan van was?
Ik ben vol bewondering voor Les D’Arcy (Engeland, 85+). Geweldig dat die man op die leeftijd zo fit is en zo goed kan spelen. Des te meer als je weet dat hij als tiener nauwelijks kon lopen!
Misschien mijn beste prestatie in een internationaal veteranenkampioenschap ooit was de uitschakeling van Maria Alexandru (Roemenië) toen zij regerend wereldkampioene was (WK veteranen, 40+, 1988). Ik heb het altijd erg gevonden dat zij zo snel van het toneel was verdwenen omdat zij geen financiële steun kon krijgen. Als iemand dat verdiende, was zij het.
Verder geniet ik altijd van boeiende wedstrijden.
(Noot van de redactie: Maria Alexandru was in 1966 ook Europees kampioene senioren in het dames enkelspel)

Je komt uit de ’21-periode’. Wat heeft je voorkeur: games tot 21 of tot 11?
Ik vind games tot de 21 prettiger – meer tijd voor de mens! Mijn eerste wedstrijd tot 11 punten ooit was in het eerste seizoen dat tot 11 punten werd gespeeld. Ik viel in in de dames eerste divisie en moest mijn partijen winnen. Het is gelukt, al stond ik in de eerste partij met 2-0 en 10-6 achter. Ik dacht ‘vuurdoop, nu kan mij niets meer gebeuren’. Maar vorig jaar ontdekte ik dat ik de nieuwe puntentelling nog niet goed had verwerkt. Bij 0-4 achter raakte ik steeds in paniek. Nu ben ik daar tenminste overheen.
Men denkt vaak dat willen spelen tot 21 alleen maar hunkeren naar het verleden is. Dat is niet zo. Ook veel kinderen vinden 21 punten leuker. Aan het feit dat de Chinezen de voorkeur aan 21 punten geven hecht ik veel waarde. Zij zijn wereldleiders in deze sport omdat zij, vanaf het moment dat zij tafeltennis als nationale sport uitriepen (1949), de sport wetenschappelijk hebben benaderd.

Tafeltennis is niet erg populair meer. Heb je tips om dat te verbeteren?
Er is niets mis met de populariteit van recreatief tafeltennis. Zet een tafel op en mensen willen spelen. De tafeltennis-vierdaagse in de straten van Chicago een paar jaar geleden was een groot succes. Vorig jaar, op een koude, winderige zondag in mei, werkte een straat-tafeltennis-evenement in Amsterdam heel goed als buurt-kennismakingsmiddel. Kinderen van alle leeftijden wilden meedoen, zelfs die nog niet boven de tafel konden kijken!
Maar tafeltennis als sport? Misschien de moeiljkste en meest veeleisende van alle sporten trekt veel minder aandacht dan zij eigenlijk verdient. Waarom? Het brede publiek ziet niet wat er gebeurt, omdat het allemaal te snel gaat. Wat kan je verwachten als zelfs sub-toppers in de sport zelf de reden voor een dramatische ommekeer in een wedstrijd niet kunnen begrijpen? Geen wonder dat het brede sportpubliek weinig belangstelling voor tafeltennis vertoont.
Engeland, met top-internationaal Matthew Syed als drijvende kracht, spant zich op vele fronten in om het begrip voor tafeltennis te vergroten. Dit als sleutel voor hogere populariteit. Matthew licht veel toe aan de hand van slow-motion beelden. Wedstrijden worden ook gefilmd met reuzenschermen die in vier delen gesplitst kunnen worden, waarbij bijvoorbeeld de rally, de gezichtsuitdrukking van beide spelers en het raken van bal door bat gelijktijdig zichtbaar zijn. Verder verzamelt Matthew informatie over beroemde mensen die tafeltennissen, waaronder Tiger Woods, Bill Clinton, Neil Diamond en Arthur C. Clarke. Hij heeft ook de link gemaakt tussen het recreatiespel en de tafeltennissport, met een tafeltennistafel op straat als onderdeel van zijn politieke campagne (naast toptafeltennisser is hij ook een Labour-politicus).
Er wordt de laatste tijd op veel fronten in de sport geëxperimenteerd (niet altijd succesvol!): een teken dat de sport levend, dynamisch is. De Chinezen, die de recente wereldkampioenschappen hebben gedomineerd, verwachten dat de Olympische Spelen in 2008 in Beijing een geweldige impuls aan tafeltennis gaat geven. Laten we hopen dat zij gelijk krijgen!

« terug

 
 
 

webdesign door
Veldmaat ICT